Referentiefuncties
Functieomschrijving
Hoofd technische dienst
- Technische & Facilitaire dienst - T.9.I
Functieprofiel
Kenmerken van de referentiefunctie
Het hoofd technische dienst II leidt de werkzaamheden in de technische dienst ten behoeve van het in operationele staat houden van de voorzieningen op de locatie alsook het bedrijfspand zelf. Het hoofd technische dienst II stelt de onderhouds- en prioriteitenplanning op en treedt op als adviseur van de bedrijfsleider (of centrale manager TD) voor, en projectleider van, grootschalige projecten (verbouwingen, renovaties, vervanging apparatuur e.d.). Vanuit zijn/haar positie is hij/zij tevens verantwoordelijk voor het beheer en de borging van de veiligheidsaspecten binnen het bedrijf. Indeling wordt ondersteund door een NOK, waarin het verschil tussen groep 8, 9 (referentie) en 10 wordt uitgewerkt.
Organisatie
- Direct leidinggevende: niet-vakinhoudelijk leidinggevende.
- Geeft leiding aan: 5 tot 8 (parttime) medewerkers.
Resultaatgebieden, taken en resultaatindicatoren
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
---|---|---|
Personeelsbeheer |
|
|
Technische staat vestiging(en) |
|
|
Voorbereiding en implementatie verbouwingen e.d. |
|
|
Onderhoudsplanning |
|
|
Rapportage operationele voortgang |
|
|
Bezwarende omstandigheden
- Niet van toepassing.
Competentieprofiel
Kennis en betekenisvolle vaardigheden
- HBO werk- en denkniveau;
- toepassingsgerichte kennis van elektra, gas, water, bouwkunde e.d.;
- kennis van horeca-gerelateerde veiligheids- en milieu-aspecten en voorzieningen en (wettelijke) rapportages.
Competenties / gedragsvoorbeelden
Leiderschap tonen:
- geeft medewerkers taken passend bij hun kwaliteit of ontwikkeling(snoodzaak);
- weet wanneer anderen benaderd moeten worden om draagvlak te krijgen;
- geeft zonder aarzeling de eigen mening en onderbouwt deze met feiten en argumenten.
Plannen en organiseren:
- bakent zaken af in benodigde tijd, middelen en mensen;
- voorziet knelpunten en neemt actie;
- schept randvoorwaarden om zaken gedaan te krijgen.
Initiatief nemen:
- begint uit zichzelf, wacht niet af;
- heeft vertrouwen in eigen kunnen en kwaliteit;
- kijkt in het eigen werk vooruit en komt in actie als dat nodig is;
- ziet als zaken (ook buiten het eigen werk) blijven liggen en pakt ze op als dat kan.
Kwaliteitsgericht:
- corrigeert direct als niet aan de eisen wordt voldaan;
- vraagt terugkoppeling van gasten over kwaliteit en service;
- komt met voorstellen om zaken beter te doen.
Oplossingsgericht:
- richt zich niet op problemen, maar op oplossingen;
- is pragmatisch, kiest voor praktische en snelle oplossingen;
- blijft niet lang dralen in het analyseren van het probleem.