Referentiefuncties
Functieomschrijving
Chefkok
- Keuken - K.8.I
Functieprofiel
Kenmerken van de referentiefunctie
De chefkok II komt voor in het reguliere segment waarbij gerechten uit verse ingrediënten en/of uit door leveranciers voorbewerkte producten worden bereid/samengesteld. De chefkok II is eindverantwoordelijk voor de (voor)bereiding van de gerechten, stuurt daarbij de volledige keukenbrigade aan en drukt een belangrijk stempel op het culinair niveau van het bedrijf. De nadruk van de functie ligt op het coördineren van een zo efficiënt en effectief mogelijk bereidingsproces. Recepten en menu’s worden door de chefkok II aangereikt/vastgesteld zowel op basis van zijn inhoudelijke kennis als inzicht in de markt en marges/prijsstellingen. Indeling wordt ondersteund door een NOK, waarin het verschil tussen groep 7, 8 (referentie) en 9 wordt uitgewerkt.
Organisatie
- Direct leidinggevende: niet-vakinhoudelijk leidinggevende.
- Geeft leiding aan: 5 tot 15 (parttime) medewerkers.
Resultaatgebieden, taken en resultaatindicatoren
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
---|---|---|
Personeelsbeheer |
|
|
(Voor)bereiding gerechten |
|
|
Optimalisatie/ innovatie menukaart en werkmethoden |
|
|
Inkoop- en voorraadbeheer |
|
|
Apparatuur en keukeninrichting. |
|
|
Bezwarende omstandigheden
- Lopend en staand, en veelal plaatsgebonden werken.
- Hitte (warmte-uitstraling) bij het werken aan kooktoestellen. Soms sprake van werkdruk bij pieken in het werkaanbod.
- Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren.
Competentieprofiel
Kennis en betekenisvolle vaardigheden
- MBO niveau 4/HBO werk- en denkniveau (bij voorkeur aangevuld met SVH-leermeesterdiploma);
- aantoonbare kennis van alle kooktechnieken;
- kennis van het inkopen van (dagverse) producten/ingrediënten en (de samenstelling van) de menukaart.
Competenties / gedragsvoorbeelden
Innovatiegericht:
- is geboeid om steeds nieuwe ideeën uit te proberen;
- ruikt kansen en heeft en drang om er naar te handelen;
- ziet/zoekt mogelijkheden om zaken anders/beter te doen;
- komt met ongebruikelijke maar unieke oplossingen.
Creativiteit:
- zoekt uitdagingen in het bedenken van nieuwe werkwijzen, producten e.d.;
- komt met ideeën die getuigen van een grote verbeeldingskracht;
- weet trends en ontwikkelingen te vertalen naar wezenlijk nieuwe producten/diensten.
Kwaliteitsgericht:
- corrigeert direct als niet aan de eisen wordt voldaan;
- vraagt terugkoppeling van gasten over kwaliteit en service;
- komt met voorstellen om zaken beter te doen.
Oog voor detail / Nauwgezet:
- is grondig, controleert de eigen werkzaamheden;
- is ordelijk en werkt overzichtelijk, ook bij overdracht van werkzaamheden;
- werkt volgens vaste procedures, voert de nodige controles uit.
Stressbestendig:
- blijft onder moeilijke omstandigheden of hoge werkdruk kalm/rustig;
- herstelt snel na tegenslag of teleurstelling;
- blijft ook onder druk doelgericht werken.