Referentiefuncties
Functieomschrijving
Sous-chefkok
- Keuken - K.7.I
Functieprofiel
Kenmerken van de referentiefunctie
De sous-chefkok II komt voor in het luxe segment dat zich onderscheidt op basis van exclusiviteit en culinair hoogwaardige gerechten/menu’s die worden bereid met verse ingrediënten van hoge kwaliteit. De sous-chefkok II heeft de leiding op de werkvloer in zijn partie en bij afwezigheid chefkok voor de gehele keuken. Hij/zij stuurt de medewerkers vaktechnisch aan en draagt zorg voor de (voor)bereiding en presentatie van gerechten en gerechtgedeelten volgens planning, vaste instructies en werkmethoden die mede door hem/haar zijn vastgesteld. Hij/zij is sparringpartner van de chefkok/eigenaar bij het, op basis van ontwikkelingen in de markt, aanpassen van de kaart/recepten en calculeren van prijzen van nieuwe/aangepaste gerechten. Daarnaast draagt hij/zij zorg voor de dagelijkse bestellingen bij diverse leveranciers, waarbij de leveringsvoorwaarden kunnen fluctueren (dagprijzen). Indeling wordt ondersteund door een NOK, waarin het verschil tussen groep 6 en 7 (referentie) wordt uitgewerkt.
Organisatie
- Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende.
- Geeft leiding aan: 5 tot 15 (parttime) medewerkers (vaktechnisch).
Resultaatgebieden, taken en resultaatindicatoren
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
---|---|---|
(Voor)bereiding gerechten (toegewezen partie) |
|
|
Advies aanpassing menukaart en werkmethoden |
|
|
Voorraadbeheer en dagelijkse bestelling |
|
|
Bezwarende omstandigheden
- Krachtsinspanning bij het tillen, verplaatsen van pannen e.d.
- Lopend en staand, en veelal plaatsgebonden werken.
- Hitte (warmte-uitstraling) bij het werken aan kooktoestellen. Soms sprake van werkdruk bij pieken in het werkaanbod.
- Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren.
Competentieprofiel
Kennis en betekenisvolle vaardigheden
- MBO niveau 4 werk- en denkniveau;
- aantoonbare kennis van alle kooktechnieken;
- kennis van producten/ingrediënten en (de samenstelling van) de menukaart.
Competenties / gedragsvoorbeelden
Initiatief nemen:
- begint uit zichzelf, wacht niet af;
- heeft vertrouwen in eigen kunnen en kwaliteit;
- kijkt in het eigen werk vooruit en komt in actie als dat nodig is;
- ziet als zaken (ook buiten het eigen werk) blijven liggen en pakt ze op als dat kan.
Coachen / Instrueren:
- toont belangstelling voor anderen en wat hen bezighoudt;
- weet te motiveren en enthousiast te maken;
- geeft vertrouwen en ruimte om iets zelf te doen en fouten te maken;
- laat anderen voorbeeldgedrag zien.
Kwaliteitsgericht:
- corrigeert direct als niet aan de eisen wordt voldaan;
- vraagt terugkoppeling van gasten over kwaliteit en service;
- komt met voorstellen om zaken beter te doen.
Oog voor detail / Nauwgezet:
- is grondig, controleert de eigen werkzaamheden;
- is ordelijk en werkt overzichtelijk, ook bij overdracht van werkzaamheden;
- werkt volgens vaste procedures, voert de nodige controles uit.
Stressbestendig:
- blijft onder moeilijke omstandigheden of hoge werkdruk kalm/rustig;
- herstelt snel na tegenslag of teleurstelling;
- blijft ook onder druk doelgericht werken.