-
Manager van een kleinschalige afdeling binnen een vestiging.
|
-
Manager van een grootschalige/multidisciplinaire afdeling binnen een vestiging.
-
OF
-
Bedrijfsleider kleine vestiging.
|
-
Bedrijfsleider van een grote vestiging.
-
OF
-
Directeur binnen het hoofdkantoor van een functionele discipline.
|
|
-
Scope is afdeling/vestiging.
|
-
Scope is vestiging/functionele discipline binnen gehele organisatie.
|
-
Repeterend en overzichtelijk uitvoerend proces.
-
Intern gericht.
|
-
Impact op proces eigen organisatiedeel.
-
Professioneel dienstverlenend.
-
Hoofdzakelijk interne relaties.
|
-
Impact op korte termijn resultaat organisatie.
-
Professioneel dienstverlenend.
-
In- en externe relaties.
|
-
Volgend aan activiteiten/input manager.
|
-
Volgend aan genomen besluiten.
-
Inspelen op overwegend standaard processen.
-
In- en extern samenwerkend.
|
-
Vooruitlopend op activiteiten.
-
Anticiperend op totale procesgang.
-
Intern sturend, extern samenwerkend.
-
Gericht op functioneren organisatie.
|
-
Bekende contactpersonen.
-
Feitelijke informatie-uitwisseling.
|
-
Stabiel relatiepatroon.
-
Zeker stellen van juiste overdracht van de boodschap.
|
-
Intensief en variërend.
-
Inschatting van belang en betekenis is vereist.
|
-
Eenduidige samenhang tussen feiten en te ondernemen acties.
-
Standaard gegevensverwerking en rapportages.
|
-
Inzicht in lopende afdelingsprocessen vereist.
-
Gegevensverzameling, -verwerking en analyse.
|
-
Inzicht in besluitvormingsproces vereist.
-
Kern ligt op advisering aan de hand van eigen analyses.
|
-
Korte routinematige boodschappen.
-
Nederlandse taal, normale eis t.a.v. woordkeus en stijlgebruik.
|
-
Feitelijke overdracht op basis van aangegeven strekking.
-
Nederlandse + 1 vreemde taal, normale eis t.a.v. woordkeus en stijlgebruik.
-
Genuanceerde informatie op basis van aangegeven strekking.
|
-
Nederlands + 2 vreemde talen, normale eisen t.a.v. woordkeus en stijlgebruik.
|
|
|
|
6 |
7 (referentie) |
8 |