Referentiefuncties

Functieomschrijving

Toneelmeester / Filmoperateur

  -   Entertainment    -    E.6.I




Functieprofiel

Kenmerken van de referentiefunctie

De toneelmeester/filmoperateur komt overwegend voor in bioscopen, zalencentra, clubs of grotere horeca-gelegenheden, waar toneel- en filmfaciliteiten aanwezig zijn. Hij/zij leidt/regelt de operationele en technische werkzaamheden voor het goede verloop van filmvoorstellingen en toneel- en muziekevenementen, van zowel amateur- als professionele gezelschappen in verschillende zalen. Indeling wordt ondersteund door een IHM, waarin het verschil tussen groep 5, 6 (referentie) en 7 wordt uitgewerkt.

Organisatie

  • Direct leidinggevende: niet-vakinhoudelijk leidinggevende.
  • Geeft leiding aan: 2 tot 3 (parttime) medewerkers.

Resultaatgebieden, taken en resultaatindicatoren

Resultaatgebieden Taken Resultaatindicatoren
Personeelsbeheer
  • regelen van verlof;
  • mede selecteren van nieuwe medewerkers;
  • regelen van opleiding/inwerken;
  • uitvoeren van beoordelingen.
  • motivatie en inzet medewerkers;
  • (kortdurend) verzuim;
  • effectiviteit/efficiency van de personeelsinzet;
  • beschikbaarheid vereiste competenties.
Operationele aansturing
  • toewijzen van werkzaamheden, geven van aanwijzingen/instructies;
  • toezien op de voortgang en uitvoeringskwaliteit van de werkzaamheden;
  • opvangen en afhandelen van vragen, klachten van gasten;
  • opstellen van werkroosters en regelen van voldoende bezetting (parttimers, oproepkrachten);
  • toezien op de naleving van de voorschriften op het gebied van veiligheid, Arbo, HACCP en werk- en presentatiemethoden (huisstijl).
  • aantal klachten;
  • begrip instructie;
  • efficiënte werkuitvoering;
  • voldoende hulpmiddelen;
  • aantal (terugkerende) klachten/problemen;
  • conform voorschriften.
Voorbereiding en uitvoering voorstellingen
  • bedienen van zaalverlichting/geluidsinstallatie vanuit de filmkamer;
  • zorg dragen voor assistentie van gezelschappen bij uitladen en opbouwen decors/apparatuur;
  • bespreken van de wensen voor ondersteuning; geven van advies en informatie over de technische mogelijkheden;
  • aansluiten van installaties, uitlichten van opstellingen, inregelen van geluid e.d.;
  • assisteren van technici professionele gezelschappen;
  • verzorgen van belichting/geluid tijdens uitvoeringen volgens eigen plan of op aanwijzing van de regisseur.
  • conform afspraak;
  • aantal overgenomen adviezen;
  • aantal manco’s tijdens voorstellingen;
  • tevredenheid klant/opdrachtgever.
Onderhoud
  • monteren van filmdelen, inregelen en controleren van apparatuur;
  • zorg dragen voor het onderhoud van de filmkamers, film, geluid- en belichtingsapparatuur en voor het maken/onderhouden;
  • eventueel aanleggen van bekabeling;
  • uitbesteden van specialistisch werk aan derden, in overleg met leidinggevende.
  • veiligheid apparatuur;
  • aantal verstoringen;
  • tijdigheid onderhoud.
Promotie
  • opgeven van advertentieteksten met betrekking tot geprogrammeerde films aan media;
  • zorg dragen voor het etaleren van foto’s en posters van te draaien films.
  • tijdige aanlevering advertenties;
  • representativiteit promotie;
  • conform huisstijl.

Bezwarende omstandigheden

  • Krachtsinspanning bij het verplaatsen van decors/decorstukken en sluiten van de gordijnen (met behulp van touwen).
  • Werken op trappen/ladders bij het inregelen van de belichting en het ophangen van decorstukken (incidenteel).
  • Kans op letsel door het vallen van trappen/ladders.

Competentieprofiel

Kennis en betekenisvolle vaardigheden

  • MBO niveau 3 - 4 werk- en denkniveau;
  • kennis van actuele ontwikkelingen aangaande toneel/film(technieken).

Competenties / gedragsvoorbeelden

Plannen en organiseren:
  • bakent zaken af in benodigde tijd, middelen en mensen;
  • voorziet knelpunten en neemt actie;
  • schept randvoorwaarden om zaken gedaan te krijgen.
Oog voor detail / Nauwgezet:
  • is grondig, controleert de eigen werkzaamheden;
  • is ordelijk en werkt overzichtelijk, ook bij overdracht van werkzaamheden;
  • werkt volgens vaste procedures, voert de nodige controles uit.
Oplossingsgericht:
  • richt zich niet op problemen, maar op oplossingen;
  • is pragmatisch, kiest voor praktische en snelle oplossingen;
  • blijft niet lang dralen in het analyseren van het probleem.
Communiceren:
  • formuleert helder en zo dat de ander het begrijpt;
  • luistert goed en reageert op wat de ander zegt;
  • vraagt door als dat nodig is.