Referentiefuncties

Functieomschrijving

Assistent bedrijfsmanager

  -   Algemeen    -    A.7.I




Functieprofiel

Kenmerken van de referentiefunctie

De assistent bedrijfsmanager II geeft, bij afwezigheid van de bedrijfsmanager, leiding aan de voortgang van de activiteiten in de vestiging/unit van een formule- of zelfstandig horecabedrijf. Hij/zij werkt binnen gedetailleerde randvoorwaarden en/of binnen de richtlijnen van de bedrijfsmanager. Hij/zij werkt overwegend in roulerende dienst en stuurt dan het totale proces aan. Daarnaast is hij/zij adviserend aan de bedrijfsmanager voor een specifieke onderwerp en/of heeft hij/zij (structureel) een eigen afdeling/discipline in portefeuille. Indeling wordt ondersteund door een NOK, waarin het verschil tussen groep 6, 7 (referentie) en 8 wordt uitgewerkt.

Organisatie

  • Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende.
  • Geeft leiding aan: 25 tot 50 (parttime) medewerkers.

Resultaatgebieden, taken en resultaatindicatoren

Resultaatgebieden Taken Resultaatindicatoren
Personeelsbeheer
  • regelen van verlof binnen de eigen afdeling/discipline;
  • mede selecteren van nieuwe medewerkers;
  • zorg dragen voor het (laten) opleiden/inwerken van medewerkers;
  • uitvoeren beoordelingen, toepassen van personeelsinstrumenten.
  • motivatie en inzet medewerkers;
  • (kort durend) verzuim;
  • effectiviteit/efficiency van de personeelsinzet;
  • beschikbaarheid vereiste competenties.
Voortgang bedrijfsprocessen tijdens de shift
  • toezien op de voortgang/uitvoeringskwaliteit van werkzaamheden;
  • afstemmen van operationele zaken binnen de teams, bespreken van knelpunten, bepalen van oplossingen, te nemen maatregelen e.d.;
  • verzorgen van de noodzakelijke afstemming van processen en knelpunten tussen disciplines;
  • (laten) bewaken en uitdragen van interne procedures en externe regelgeving binnen de vastgestelde kaders;
  • (laten) handhaven van Arbo- hygiëne- en veiligheidsvoorschriften (HACCP, persoonlijke beschermingsmiddelen e.d.).
  • financiële bijdrage (omzet totaal en per productsoort, gemiddelde bonwaarde, spillage e.d.);
  • kostenontwikkeling (verbruikskosten);
  • kwaliteit dienstverlening (speed of service, klantbeleving);
  • conform voorschriften (HACCP e.d.).
Beschikbaarheid voorraden / middelen
  • doen van voorstellen over aanpassing van het assortiment en leveringsvoorwaarden/condities met bestaande of nieuwe leveranciers;
  • zorg dragen voor voldoende voorraad door het afroepen bij bekende leveranciers en (laten) controleren van de levering;
  • zorg dragen voor de beschikbaarheid van middelen en apparatuur, o.m. door laten onderhouden of (na akkoord manager) bestellen van vervangingsapparatuur.
  • marktconformiteit prijs/levercondities;
  • beschikbaarheid assortiment;
  • technische staat apparatuur/middelen.
Optimalisatie-advies toegewezen disciplines
  • in kaart brengen structurele knelpunten (mede op basis van input medewerkers);
  • evalueren van de werkprocessen en procedures, analyseren van onvolkomenheden, etc.;
  • adviseren t.a.v. de inrichting van de toegewezen afdeling/discipline en verbetering van bestaande systemen en procedures;
  • na goedkeuring, implementeren van verbeteringen/aanpassingen.
  • tijdigheid opgepakte knelpunten;
  • juiste inschatting prioriteiten;
  • efficiënte/effectieve werkprocessen.
Administratie en rapportage
  • vervaardigen van periodieke overzichten en rapportages;
  • verzorgen van de financiële en administratieve afhandeling van in- en verkopen;
  • registreren en rapporteren van bijzonderheden t.a.v. voorraden en werklijsten e.d.
  • tijdigheid en bruikbaarheid overzichten;
  • tijdige en juiste afwikkeling financiële transacties.

Bezwarende omstandigheden

  • Niet van toepassing.

Competentieprofiel

Kennis en betekenisvolle vaardigheden

  • MBO niveau 4 werk- en denkniveau;
  • kennis van bedrijfsregels en richtlijnen.

Competenties / gedragsvoorbeelden

Gastgerichtheid:
  • is hoffelijk, voorkomend en welgemanierd naar anderen;
  • vermijdt uitspraken als ‘nee, dat kan niet’ of ‘het is druk’ zonder uitleg;
  • biedt ook ongevraagd extra service;
  • onderzoekt hoe gasten adequaat en optimaal te helpen.
Prestatiegericht:
  • is ambitieus, probeert zichzelf steeds te overtreffen;
  • tast de grenzen van het eigen kunnen af;
  • haalt het beste uit zichzelf;
  • is pas tevreden als het doel/resultaat is bereikt.
Coachen / Instrueren:
  • toont belangstelling voor anderen en wat hen bezighoudt;
  • weet te motiveren en enthousiast te maken;
  • geeft vertrouwen en ruimte om iets zelf te doen en fouten te maken;
  • laat anderen voorbeeldgedrag zien.
Kwaliteitsgerichtheid:
  • corrigeert direct als niet aan de eisen wordt voldaan;
  • vraagt terugkoppeling van gasten over kwaliteit en service;
  • komt met voorstellen om zaken beter te doen.
Oplossingsgericht:
  • richt zich niet op problemen, maar op oplossingen;
  • is pragmatisch, kiest voor praktische en snelle oplossingen;
  • blijft niet lang dralen in het analyseren van het probleem.