Referentiefuncties

Functieomschrijving

Accountmanager

  -   Commercie    -    C.8.II




Functieprofiel

Kenmerken van de referentiefunctie

De accountmanager II is verantwoordelijk voor het behoud en de uitbouw van de omzet (door marktverkenning en -exploratie) bij bestaande en nieuwe klanten in een toegewezen accountgroep/segment. Hij/zij werkt binnen een vooraf gedefinieerd en aangereikt verkoopplan en vastgesteld prijs- en productbeleid. Accountgroepen betreffen vooral zakelijke accounts met een substantiële vraag naar accommodatie (zalen en/of overnachtingen). Hij/zij beheert de bestaande accounts, adviseert hen en benut business-mogelijkheden. De accountmanager II werkt vooral vanuit de buitendienst. Indeling wordt ondersteund door een NOK, waarin het verschil tussen groep 7 en 8 (referentie) wordt uitgewerkt.

Organisatie

  • Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende.
  • Geeft leiding aan: niet van toepassing.

Resultaatgebieden, taken en resultaatindicatoren

Resultaatgebieden Taken Resultaatindicatoren
Relatiebeheer
  • opbouwen, in stand houden en uitbouwen van de goodwill bij klanten;
  • verrichten van after sales-activiteiten, behandelen en inspelen op wensen en klachten;
  • representeren van de organisatie op bijeenkomsten, beurzen en bij bijzondere gebeurtenissen/activiteiten van bepaalde relaties;
  • bewaken van de opvolging van gedane toezeggingen door de uitvoeringsorganisatie (binnendienst, F&B, etc.).
  • klanttevredenheidscore;
  • bezoek-/contactfrequentie:
  • % vastlegging in CRM;
  • aantal afspraken per dag;
  • lengte/verloop relatie(s);
  • profilering in aansluiting op gewenste uitstraling;
  • tijdige en juiste opvolging toezeggingen.
Marktverkenning en accountplannen
  • volgen van ontwikkelingen in het eigen afzetgebied, activiteiten van concurrenten, behoefte van klanten e.d.;
  • adviseren van de leidinggevende teneinde ontwikkelingen in de markt maximaal te benutten;
  • doen van voorstellen t.a.v. mogelijke accounts, arrangementen, prijzen, etc.;
  • uitwerken van accountplannen in termen van afzetprognoses, etc.;
  • toelichten en motiveren van plannen naar de leidinggevende.
  • bruikbaarheid verzamelde informatie;
  • tijdigheid en volledigheid informatieverstrekking;
  • aantal en omvang leads;
  • aantal (door leidinggevende) overgenomen voorstellen;
  • aantal conceptversies accountplannen.
Afzet klantportefeuille
  • actief zoeken en benaderen van klanten en onder de aandacht brengen/presenteren van de mogelijkheden en concepten ter verhoging van de omzet en naamsbekendheid;
  • bewegen van de klant tot het aangaan van een relatie en (laten) opstellen van offertes;
  • maken van afspraken over condities (prijs, conditie, etc.) binnen gestelde richtlijnen en voorleggen van conceptovereenkomsten aan de leidinggevende ter fiattering;
  • overdragen van projecten door het vertalen van projectgegevens naar de uitvoeringsorganisatie en eventueel samenwerkende organisaties.
  • omzet (totaal, per klant);
  • tijdigheid opvolging sales-proces;
  • omvang klantportefeuille (nieuw, opzeggingen, upgrades);
  • marktaandeel afzetgebied;
  • kwaliteit advies (klanttevredenheid).
Registratie en rapportage
  • opmaken van bezoekverslagen en deze periodiek omvormen tot periodieke rapportages t.b.v. de leidinggevende;
  • registreren van bijzonderheden ten aanzien van ontwikkelingen in de markt en bij specifieke klanten;
  • vastleggen van toezeggingen aan de klant, waar nodig toelichten van afspraken aan collega-afdelingen.
  • actualiteit/kwaliteit gegevens;
  • juistheid conclusies/samenvattingen.

Bezwarende omstandigheden

  • Kans op letsel als gevolg van regelmatige deelname aan het wegverkeer.

Competentieprofiel

Kennis en betekenisvolle vaardigheden

  • MBO niveau 4/HBO werk- en denkniveau;
  • kennis van faciliteiten, arrangementen, prijsstelling e.d.;
  • kennis van systemen, procedures en werkmethoden.

Competenties / gedragsvoorbeelden

Prestatiegericht:
  • is ambitieus, probeert zichzelf steeds te overtreffen;
  • tast de grenzen van het eigen kunnen af;
  • haalt het beste uit zichzelf;
  • is pas tevreden als het doel/resultaat is bereikt.
Representatief:
  • presenteert zich naar gasten/externen in lijn met het imago van het bedrijf
  • komt goed over bij anderen;
  • streeft het handelen volgens de goede manieren altijd na.
Initiatief nemen:
  • begint uit zichzelf, wacht niet af;
  • heeft vertrouwen in eigen kunnen en kwaliteit;
  • kijkt in het eigen werk vooruit en komt in actie als dat nodig is;
  • ziet als zaken (ook buiten het eigen werk) blijven liggen en pakt ze op als dat kan.
Netwerkgericht:
  • legt gemakkelijk contacten;
  • maakt effectief gebruik van contacten om zaken te regelen;
  • weet ingangen voor zichzelf te creëren;
  • werkt actief aan het onderhouden/bestendigen van de relatie.
Overtuigingskracht:
  • speelt met manieren/argumenten om anderen voor zich te winnen;
  • straalt enthousiasme en overtuiging uit voor de eigen ideeën;
  • is zelfbewust en stellig in zijn optreden.